Title:
|
Sectorstudie logies-, maaltijden- en drankenverstrekking [NDS 96-015]
|
|
Author(s):
|
Koster, S.J.; Klootwijk, M.
|
|
Published by:
|
Publication date:
|
ECN
Policy Studies
|
1-5-1997
|
|
ECN report number:
|
Document type:
|
ECN---96-015
|
Book
|
|
Number of pages:
|
Full text:
|
87
|
Download PDF
|
Published in:.
Abstract:
De sector Logies-, maaltijden en drankenverstrekkende bedrijven - kortweghoreca - omvat naast hotels, restaurants en cafés die zich richten op
een breed publiek, ook activiteiten die zijn gericht op speciale doelgroepen
(kantines, gecaterde bedrijfsrestaurants, conferentie-oorden, herstellingsoorden).
Ook voorzieningen voor recreatief verblijf zoals kampeer- terreinen
en jeugdherbergen worden tot de bedrijfstak gerekend.
Meer dan de helft van het energiegebruik binnen de sector wordt gebruikt
door de maaltijden- en spijzenverstrekkers. De overige subsectoren zijn
onderling ongeveer even groot.
Over de sector Logies-, maaltijden- en drankenverstrekkende bedrijven
worden op reguliere basis door het CBS en door het Bedrijfschap Horeca
gegevens verzameld over het energieverbruik, de aantallen bedrijven,
bedrijfseconomie, bedrijfsvoering en werk-gelegenheid. De kwaliteit
van deze gegevens is goed, maar de detaillering van met name het energiegebruik
is beperkt. Deze detaillering is met ingang van het jaar 1994 zelfs
gereduceerd tot het verbruik per energiedrager voor de sector als geheel,
zonder verdere detaillering.
Als fysieke maten voor de activiteit zijn binnen de sector gegevens
beschikbaar over de capaciteitsgrootheden bruto verkoopoppervlak en
de logiescapaciteit. Deze variabelen zijn beschikbaar voor de relevante
subsectoren. Daarnaast is de fysieke volumegrootheid 'aantal overnachtingen'
beschikbaar. Deze variabele is toepasbaar op de logiesverstrekkende
sectoren. Het ontbreekt aan een fysieke volume-eenheid voor maaltijden-
en spijzenver- strekkende sectoren en voor drankenverstrekking.
Een aantal nieuwe initiatieven kan wellicht zorgen voor aanvullende
gegevens op met name het vlak van het energieverbruik. In eerste instantie
is daarbij te wijzen op de branche-energiebesparingsaanpak. Als gevolg
van deze zogenaamde BEA valt te verwachten dat het aantal energie-inventarisaties
en -adviezen in de sector zal toenemen. Wanneer gegevens hieruit kunnen
worden gerelateerd aan verklarende variabelen als de omzet en de fysieke
capaciteiten en volumina, wordt een beter inzicht in het verloop van
het energiegebruik mogelijk. Te wijzen valt verder op initiatieven binnen
de nutssector om de bestaande basisonderzoeken naar kleinverbruikssectoren
uit te breiden met een aantal sectoren binnen de utiliteitsbouw.
Dit rapport geeft de situatie t/m 1993.
Back to List