Title:
|
Aanvullende berekening emissies naar grondwater bij uitstel bovenafdichting stortplaats Sortiva Kanaaldijk
|
|
Author(s):
|
|
|
Published by:
|
Publication date:
|
ECN
Environment & Energy Engineering
|
7-7-2016
|
|
ECN report number:
|
Document type:
|
ECN-E--16-027
|
ECN publication
|
|
Number of pages:
|
Full text:
|
40
|
Download PDF
|
Abstract:
Dit rapport bevat resultaten van modelberekeningen die zijn uitgevoerd door ECN om het risico in te schatten van bodem- en grondwaterverontreiniging, in het geval dat er uitstel wordt verleend bij het aanleggen van een bovenafdichting op enkele stortvakken (0 t/m 5) van de stortplaats Kanaaldijk (Sortiva). In een eerdere ECN rapportage (rapport ECN-E--15-046) zijn scenario’s doorgerekend die door de Projectgroep Duurzaam Stortbeheer zijn vastgesteld en die naar de mening van de experts ook behoorlijk conservatief zijn. Het bevoegd gezag heeft naar aanleiding van genoemde rapportage extra vragen gesteld over de scenario’s en deze rapportage bevat daarom ook de resultaten van aanvullende berekeningen voor hogere lekdebieten (75 en 100 mm/jaar).
Het RIVM heeft informatie aangeleverd zoals de toetswaarden in het grondwater, benodigde bodemgegevens (STONE-profielen), verdunningsfactoren en achtergrondwaarden in grondwater. De methodiek sluit zo dicht mogelijk aan bij de door ECN en RIVM ontwikkelde methodiek om emissietoetswaarden (ETW) te bepalen voor duurzaam beheerde stortplaatsen.
In de voor de beslissing tot uitstel meest relevante periode tot 25 jaar vindt alleen een berekende overschrijding plaats van de toetswaarde (TW) voor ammonium (vak 1 t/m 5 bij 50 mm/jaar of hoger, stortvak 0 bij 25 mm/jaar of hoger). Daarnaast wordt voor stortvak 0 berekend dat de TW bereikt wordt voor benzo(a)anthraceen bij een lekdebiet vanaf 75 mm/jaar. In het tijdvak tussen 25 en 500 jaar worden in verhouding tot de periode 0-25 jaar kleine overschrijdingen voor ammonium berekend voor zowel stortvak 1 t/m 5 als stortvak 0. Overige stoffen blijven in alle berekende scenario’s onder de lokale TW.
Voor ammonium geldt dat het een stof betreft die van nature voorkomt en niet zeer toxisch is voor organismen in het grondwater. Benzo(a)anthraceen dat bij een aangenomen lekdebiet van 75 mm/jaar in stortvak 0 de toetswaarde bereikt komt niet van nature voor in het grondwater. Zowel ammonium als organische microverontreinigingen zijn onderhevig aan afbraakprocessen, die niet zijn meegenomen in de modelberekeningen. Daardoor kunnen de concentraties van deze stoffen in werkelijkheid lager zijn dan de berekende waarde.
De modelresultaten bevatten onzekerheden, en voor mobiele stoffen (waaronder ammonium) zijn deze onzekerheden vooral herleidbaar tot de aangenomen hydrologische factoren zoals het aangenomen lekdebiet, en de (mede daarvan afhankelijke) hydrologische verdunningsfactor. Veel van de aannames in het conceptuele model zijn zeer conservatief, waardoor de benadering als geheel als 'worst case' kan worden beschouwd. De resultaten van deze berekening kan het bevoegd gezag meewegen in haar besluit of de locatie als 'uitstellocatie' kan worden aangemerkt.
Back to List