Vanaf 1 juli 2004 geldt de vernieuwde MEP-regeling voor WKK waarin
de bijdrage van WKK-installaties aan de CO2-emissiereductie
wordt beloond. Dit gebeurt door middel van de zogenaamde CO2-index,
een maat voor de milieuprestatie van een WKK-installatie ten opzichte
van het beste alternatief in hetzelfde bouwjaar voor gescheiden opwekking
van elektriciteit en warmte. Deze milieuprestatie wordt uitgedrukt in
een hoeveelheid CO2-vrije kilowatturen. De MEP-vergoeding
voor WKK is een bedrag in eurocenten per CO2-vrije kilowattuur.
Om de MEP-vergoeding voor 2005 te bepalen dient allereerst een inschatting
te worden gemaakt van het aantal CO2-vrije kilowatturen voor
2005. Hiervoor is gebruik gemaakt van een aantal verschillende bronnen,
waaronder de meest recente CBS WKK-statistieken, cijfers vanuit de WKK-sector
zelf (COGEN) en jaarverslagen van energiebedrijven. Bij het maken van
de 2005 schatting is rekening gehouden met nieuw WKK-vermogen en de
verwachte productie door WKK op basis van marktverwachtingen.
De statistieken en de geschetste ontwikkelingen leiden uiteindelijk
tot een schatting van 4,9 TWh aan CO2-vrije kilowatturen
(aan het net geleverd en eigen gebruik) voor 2005 die in aanmerking
komen voor subsidie. De MEP-vergoeding is bepaald op basis van het aantal
netgeleverde kilowatturen:
· 3,56 TWh aan netgeleverde CO2-vrije
elektriciteit resulteert in een MEP-vergoeding van 2,64 cent per CO2-vrije
kilowattuur (op basis van een beschikbaar budget van 94 miljoen euro)
· De resterende 1,4 TWh aan eigen gebruik van CO2-vrije
elektriciteit wordt gestimuleerd op basis van dezelfde vergoeding, resulterend
in een additioneel budget van 35,8 miljoen euro.
Toetsing van de ECN-schatting voor CO2-vrije WKK elektriciteit
in 2005 door CertiQ heeft op moment van schrijven nog niet plaatsgevonden.
De voorgestelde MEP-vergoeding van 2,64 ct/kWh is vervolgens getoetst aan de regels
van het Europese Milieusteunkader. Voor WKK betekent dit dat maximaal
50% van de onrendabele top met de MEP gedekt mag worden. In de berekening
is uitgegaan van een onrendabele top inclusief EIA en VAMIL (zelfde
systematiek als voor het 2004 MEP-advies).